2012/01/05

Penseelprinsessen

Kate Bisschop-Swift e.a., Haagse
weeskinderen strooien bloemen op het
pad der koningin, 1874. Foto:  SHVHON.
Tekenen en schilderen waren ooit een vast onderdeel van de opvoeding van welgestelde dames. In de loop van de negentiende eeuw begonnen vrouwelijke kunstenaars hun werk steeds vaker tentoon te stellen en te verkopen. Ze werden toegelaten tot kunstenaarsverenigingen en vanaf de jaren 1850 ook tot kunstacademies. Zo namen zij een steeds belangrijker positie binnen de kunstwereld in.
Toch is de rol van vrouwen in de negentiende-eeuwse kunst nog een onderbelicht onderwerp binnen de onderzoekswereld. Dat is mede te wijten aan de hardnekkige misvatting dat het ging om een vrijetijdsbesteden en het als ongepast werd gezien om een professionele carrière na te streven.
Daarom startten het RKD, De Mesdag Collectie en Paleis Het Loo in 2008 een uitgebreid kunsthistorisch onderzoek, waarvan de resultaten in 2012 worden gepresenteerd. Biografische gegevens van ca. 1100 kunstenaressen zijn verzameld in de database RKDartists& en hun 1600 van hun werken ingevoerd in da database RKDimages. Ze vormen de basis voor het boek Penseelprinsessen & Broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1913, te verschijnen bij Uitgeverij Thoth. Deze publicatie begeleidt de gelijknamige een dubbeltentoonstelling, van 18 februari tot en met 27 mei 2012 bij Paleis Het Loo en van 30 mei tot en met 28 augustus 2012 bij De Mesdag Collectie te zien zal zijn. Bij de presentatie in Apeldoorn komt de nadruk te liggen op kunstenaressen aan en rond het hof, terwijl in Den Haag aandacht zal worden besteed aan de vele professioneel werkzame kunstenaressen.

Geen opmerkingen: