
Openend spreker was Titus Eliëns, hoofd collecties van het museum. Hij is, ook als hoogleraar aan de Universiteit Leiden, al jaren betrokken bij onderzoek naar de toepassing van glas in Nederlandse kunstnijverheid en interieurs. In zijn lezing ‘Kleurgeving in het Nederlandse interieur in de periode 1890-1940’ gaf hij de ontwikkeling van de glas-in-loodtechniek weer: van praktische oplossing tot artistiek medium. Rond 1900 werd glas-in-lood gebruikt om licht, kleur en daarmee sfeer in een ruimte te brengen. Als zodanig is het een onlosmakelijk onderdeel van het decoratieschema van interieurs uit die periode. Wanneer je dat beseft, wordt duidelijk waarom het belangrijk is om glas-in-lood op zijn oorspronkelijke plek intact te laten.
Een interessant voorbeeld uit de praktijk werd gegeven door Peter Heijman, directeur van Glasatelier Oud Rijswijk. Zijn restauratieatelier heeft de afgelopen jaren veel glas-in-lood onder handen gehad, waaronder een groot aantal Haagse kerkramen. In de Tweede Wereldoorlog werd de Duinoordkerk op last van de bezetter afgebroken om plaats te maken voor de Atlantikwall. De glas-in-loodramen, in 1925 vervaardigd door Lou Asperslagh, werden opgeslagen in de kelder van het Vredespaleis. Bij de restauratie van de Kloosterkerk in de jaren ’50 kregen de ramen uit de Duinoordkerk daar een nieuwe plaats in de kapel. Bij een meer recente restauratie werden kisten met enkele glasfragmenten aangetroffen, puzzelstukjes die twee verloren gewaande ramen bleken te vormen.
De laatste lezing werd verzorgd door Andréa Kroon, werkzaam als kunsthistorica bij Kroon & Wagtberg Hansen. Zij besprak de totstandkoming van het boekje De speling van het licht. Glas-in-lood in Den Haag rond 1900, dat de aanleiding voor de lezingenmiddag vormde. Zij beschouwt glas-in-lood als een bedreigde categorie erfgoed. Glas wordt vaak niet als onlosmakelijk onderdeel van interieur of architectuur gezien, maar als vervangbaar. Een monumentenstatus beschermt soms een gevel, maar niet altijd het glas dat zich daarin bevindt. Kroon deed dan ook een oproep voor registratie op zowel lokaal als landelijk niveau en een meer gericht verwervingsbeleid door musea. Dit is nodig om te voorkomen dat cultuurhistorisch belangrijke ramen verloren gaan of op Marktplaats belanden. Ook zouden musea het glas-in-lood in hun collecties vaker kunnen exposeren.
De middag werd besloten met de formele uitreiking van het boekje door Jan van Gent, directeur van uitgeverij De Nieuwe Haagsche, aan Henk Ambachtsheer, hoofd Monumentenzorg Gemeente Den Haag. Ambachtsheer vertelde hoe, ook bij hem thuis, in de jaren '60 de glas-in-lood schuifdeuren moesten wijken voor nieuwe modes. Nu is hij juist medeverantwoordelijk voor het behoud van dergelijk erfgoed, een schone taak, waarbij Monumentenzorg de tips van oplettende stadsgenoten goed kan gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten