Posts tonen met het label musea. Alle posts tonen
Posts tonen met het label musea. Alle posts tonen

2021/03/09

Vrijmetselarij in WO2

Al geruime tijd staat een mooie tentoonstelling klaar om geopend te worden, maar corona kwam er tussen. Later dit jaar zal de expositie Vrijheid en vooroordeel: vrijmetselarij en de Tweede Wereldoorlog alsnog te zien zijn in het Vrijmetselarij Museum in Den Haag. 

Sneak preview van de expositie in het Vrijmetselarij Museum. 
Foto: Ilse van Marrewijk.

Vrijheidsideaal
De vrijmetselarij is een inwijdingsgenootschap en een van de oudste sociale netwerken ter wereld. Sinds de oprichting van de eerste Nederlandse loge (vereniging) in 1734 te Den Haag wordt persoonlijke, religieuze en politieke vrijheid als ideaal uitgedragen door de leden. Door de eeuwen heen moesten de leden hun tolerante levenshouding vaak verdedigen tegen vooroordelen van overheden, kerkelijke machthebbers en publiek. In de Tweede Wereldoorlog kwam het vrijheidsideaal zwaar onder druk te staan, maar werd hieraan toch vastgehouden.

Erfgoedroof
Hitler zag in de vrijmetselarij een Joodse samenzwering en een potentiële bron van verzet. In september 1940 verbood Rijkscommissaris Seyss-Inquart de vrijmetselarij in Nederland en verklaarde haar bezit verbeurd. Vervolgens vond een systematische roof plaats: bankrekeningen werden geplunderd, logegebouwen in beslag genomen, tempels vernietigd, boedels verkocht en kostbaarheden geroofd. De bibliotheek, archieven en museumcollectie van de Grootloge, als ook het historisch bezit van 67 individuele loges werden in beslag genomen en naar Duitsland afgevoerd. Onder de Japanse bezetting raakten de 25 aangesloten loges in Nederlands-Indië eveneens bezittingen kwijt. Zo verdween het collectieve erfgoed van de Nederlandse vrijmetselarij, waaronder bijzondere stukken uit de 18de en 19de eeuw, plotseling uit zicht.

Sneak preview: inrichten van de expositie in het Vrijmetselarij Museum. 
Foto: Ilse van Marrewijk.

Verzet en propaganda
Ondertussen steunde Grootmeester Hermannus van Tongeren (1876-1941) het verzet. De activiteiten van Vrij Nederland en de Groep 2000 werden met geld uit vrijmetselaarskring gefinancierd. Overlevenden vertelden later hoe in Duitse en Japanse kampen illegaal logebijeenkomsten werden gehouden om zo de gemoederen te sterken. Om de vrijmetselarij te bestrijden organiseerden de nazi’s een propaganda-tentoonstelling. Hierin werden de loges afgeschilderd als een ‘volksvijandig’ Joods complot en werden hun rituelen belachelijk gemaakt. Gastconservator dr. Andréa Kroon vond unieke filmbeelden van deze haatdragende tentoonstelling terug. Met medewerking van Beeld en Geluid zijn ze straks voor het eerst sinds 1941 te zien in het Vrijmetselarij Museum.

Vermist erfgoed
Na de bevrijding werd het gedachtengoed op papier (archieven, bibliotheken) met hulp van de geallieerden grotendeels teruggevonden, maar het materiële erfgoed (regalia, rituele voorwerpen, etc.) bleef vermist. Dat verlies werd door de Orde vermoedelijk aanvaard, omdat tijdens de Wederopbouw alle aandacht uitging naar de rouw om overleden Broeders, zorg voor nabestaanden, herstel van gebouwen en oppakken van het verenigingsleven. Sindsdien zijn er geen serieuze opsporingspogingen ondernomen; vrijmetselarij bleef buiten het blikveld van met restitutie belaste organisaties in de erfgoedsector. Begin 21ste eeuw kwam nog wel vermist archiefmateriaal terug uit Moskou, maar het lot van veel voorwerpen is nog altijd onduidelijk.

Filmopnames in het Vrijmetselarij Museum: Henk Ambachtsheer, oud-hoofd afd. Monumentenzorg & Welstand Gemeente Den Haag, vertelt over zijn onderzoek naar de oorlogsperiode. Foto: Blair Kneppers.

Nieuw onderzoeksproject
De expositie gaf de aanzet tot een breder onderzoek. Als kunsthistorica pleit Kroon al jaren voor nader onderzoek naar de erfgoedroof. Zij krijgt van het Mondriaan Fonds nu de kans om dat in 2021-2025 te verrichten. Het nieuwe project wil de omvang en impact van de roof in kaart brengen, en documenteren welke voorwerpen zijn geroofd, vernietigd, gered of geretourneerd. Dat is nodig om identificatie en nieuwe opsporingspogingen mogelijk te maken. Het gaat echter niet alleen om voorwerpen, ook de lotgevallen van loges en leden verdienen herdenking. En ieder voorwerp dat nog kan worden opgespoord, is die inspanning waard. De resultaten worden in 2025 gepresenteerd aan het publiek.

Publicatie
Zowel de expositie als de begeleidende publicatie zijn prachtig vormgegeven door Ilse van Marrewijk. De opening  laat nog even op zich wachten, maar de publicatie is al verkrijgbaar: Andréa A. Kroon, Vrijheid en Vooroordeel: Vrijmetselarij in de Tweede Wereldoorlog, Den Haag 2021, 80 pagina's, rijk geïllustreerd, ISBN 978-90-826826-3-2, €20,- plus porti, te bestellen via info@vrijmetselarijmuseum.nl. 

Publicatie bij de expositie


2012/10/09

Ode aan Praz



Zoals we in een eerdere blog signaleerden, is de verbeelding van de dood in de kunst een ‘trending topic’ binnen het vakgebied. Het Staedel Museum in Frankfurt komt nu met de tentoonstelling Schwarze Romantik. Von Goya bis Max Ernst (waarom eigenlijk de één zonder en de ander met voornaam?). Ze is geheel gewijd aan de duistere zijde van de kunst uit de negentiende en begin twintigste eeuw.
 J.H. Füssli, Der Nachtmahr, 1790-91.
© Frankfurter Goethe-Haus - Freies Deutsches Hochstift
De inspiratiebron voor de samenstellers was het bekende boek van Mario Praz, La carne, la morte e il diavolo nella letteratura romantica, uit 1930 (dat in vertaling als The Romantic Agony in de K&WH boekenkast staat). De tentoonstelling laat zien hoe kunstenaars gefascineerd werden door gruwel en lijden, de ‘zieke’ hoekjes van de menselijke geest, het mysterieuze, de eenzaamheid, het kwaad en natuurlijk de dood.
De tentoonstelling is opgebouwd uit zeven delen. De draad wordt opgepakt bij de bloedige gebeurtenissen tijdens de Franse Revolutie. De harde strijd en de daaropvolgende periode van ontnuchterende wetenschappelijke ontdekkingen, stimuleerden kunstenaars de harde, realistische zijde van het leven te verbeelden. Er ontstond echter een tegenbeweging, die zich van de rede afkeerde naar de droom en het onderbewuste, en van het zonnige landschap naar het avondrood en de nacht. Uiteraard ontbreekt De Nachtmerrie van Johan Heinrich Füssli (1741-1825), een iconisch schilderij, niet in deze presentatie.

F.W. Murnau (1888-1931), filmstill uit Nosferatu. Eine Symphony des Grauens, 1922.© Friedrich-Wilhelm-Murnau-Stiftung
Voor deze expositie zijn meesterwerken bij elkaar gehaald: van Romantici als Goya, Füssli, Blake en Friedrich, tot Symbolisten als Moreau, Redon en Klinger, en Surrealisten als Magritte, Dalí en Ernst. Naast meer dan 200 kunstwerken worden filmfragmenten van horrorklassiekers als F.W. Murnau’s Nosferatu (1922) en James Whale’s Frankenstein (1931) getoond. Als smaakmaker dient deze video:



Wie de eerdere kaskrakers Kunst und Wahn (Wenen, 1997) en Melancholie (Parijs, 2005) heeft gemist, moet beslist een inhaalslag maken door nu naar Frankfurt te reizen.
Carlos Schwabe, The Wave, 1907.
© Musée d’art et d’histoire de la Ville de Genève
De tentoonstelling is overigens onderdeel van een groter project Impuls Romantik, opgezet door het Kulturfonds Frankfurt RheinMain. In de periode 2012-2014 wordt de Romantiek in diverse evenementen belicht, met nadruk op vele regionale kunstenaars en auteurs, zoals Goethe en de gebroeders Grimm. Dergelijke ambitieuze en langdurige initiatieven zie je helaas niet zo snel in ons landje. Een geweldig interessant initiatief, dat hopelijk zeer succesvol zal zijn en navolging zal krijgen. Na Frankfurt reist de tentoonstelling in 2013 door naar het Musée d’Orsay, dan met de pakkende titel L'ange du bizarre. Le romantisme du Goya à Max Ernst.

2011/11/21

De Haagse dodo

In hoeverre dragen ervaringen in je schooltijd bij aan je latere carrière? De dames K&WH waren bijvoorbeeld als kleutertjes van plan later archeoloog te worden. In de zomer zochten pa en ma braaf een kalk- of leisteengroeve op, zodat de kleine kon graven naar fossielen. Een kist vol versteende schelpjes getuigt daar nog van. Ook werd regelmatig een museum of de oudheidkamer aangedaan, zij het niet zonder protest. Dat pa en ma liever op een terrasje zaten, kwam niet in je op.

Ingang Museum voor het Onderwijs.
Foto: Robert Scheers, Haags Gemeentearchief.
Voor werkende ouders is altijd de vraag, hoe je zo’n kind zoet houdt tijdens de vakanties. Dan kregen we een rolletje toegangskaartjes voor het Schoolmuseum, die kostten maar 50 cent. Zelf met tram 3 naar de Hemsterhuisstraat was al een avontuur op zich. Links van de balie was een aula waar kinderfilms werden vertoond; daarna kon je heerlijk door het museum dwalen. Omdat je als kind een ander besef van tijd hebt, lijkt het alsof we dat urenlang hebben gedaan, vaak op momenten dat er nauwelijks andere bezoekers waren. In de herinnering was de benedengang donker en stonden langs de wanden al even donkere, houten kasten, volgestouwd met opgezette dieren, vreemde voorwerpen, schelpen en andere schatten. De sfeer in het gebouw maakte een onvergetelijke indruk. Hele verhalen verzon je erbij - ook over wat zich achter de gesloten deur van de directiekamer afspeelde.

Dodo Schoolmuseum. Foto: Haags Gemeentearchief.
Het trappenhuis was koel, boven de tegelwanden hingen donkere kistjes met opgeprikte vlinders en tropische reuzeninsecten. Als je de trap op liep, zag je bovenaan een dodo in een vitrine staan. Die heeft het ‘m gedaan! Die dodo fascineerde niet alleen ons, maar ook veel andere Haagse schoolkinderen. Op afdeling natuurhistorie waren kamers ingericht met opgezette dieren. Ze stonden achter glas in een geënsceneerde ‘natuurlijke’ omgeving en er waren knopjes die krakerige bandjes met bos- of vogelgeluiden deden startten. Dat alles gaf juist een onnatuurlijk, wat surreëel effect. Klein en in je eentje voelde je niet helemaal op je gemak tussen al die starende lege oogjes. Toch deed dát je telkens terugkomen.
Bij een bezoek aan de afdeling volkenkunde, met nomadenwoningen, ving je soms een glimp op van de ‘verboden’ opslagruimte wanneer een medewerker in de opstelling aan het werk was. Ook dat gaf je fantasie weer voeding, over wat zich na sluitingstijd allemaal in het museum afspeelde. Dan hebben we het walvisskelet, de vreemde zaken op sterk water en de duikboot nog niet eens genoemd.

Hopeloos ouderwets. Dat moeten toenmalige museumprofessionals hebben gedacht toen de verhuizing naar het Museon en de nieuwe open, heldere opstellingen werden gerealiseerd. Ook elders in Nederland werden 19de-eeuwse museuminterieurs gemoderniseerd en omgetoverd tot lichte, strakke ruimtes met glazen vitrines. Begrijpelijk, want naast mode speelde vooral een wens tot betere conserveringsmogelijkheden daarin een rol. Maar stiekem verlangen wij - en misschien ook andere Hagenaars die kind aan huis waren in het Schoolmuseum - terug naar die donkere museumgang en stoffige houten kasten, die zo tot je verbeelding spraken. Gelukkig houdt het Museon haar dodo in ere. Inmiddels weten we dat ie helemaal niet was opgezet, zoals we vroeger dachten. Het betrof een van de eerste reconstructiemodellen. Voor ons is die dodo een icoon uit de kindertijd, hét symbool van onze jeugd en latere liefde voor kunst, geschiedenis en erfgoed.

2011/10/24

Collectie Expressionisme MoMA



Het Museum of Modern Art (New York) heeft een website gewijd aan haar collectie Duitse expressionistische werken op papier. De site geeft een mooi overzicht van deze vernieuwende 20ste-eeuwse kunststroming. Ze bevat een tijdlijn en zoekmogelijkheid door de collectie van meer dan 3.000 objecten via thema, stijl, kunstenaar, tijdschriften, etc. In de geillustreerde boeken kan virtueel worden gebladerd. Alle grote expressionisten zijn vertegenwoordigd: van Max Beckmann en Otto Dix, tot Paul Klee en Egon Schiele.

2011/09/20

Nieuw Lalique museum

Vormgever René Lalique (1860-1945) kreeg bekendheid met zijn schitterende ontwerpen voor juwelen in Art Nouveau stijl, gedragen door beroemdheden als actrice Sarah Bernhardt. Later in zijn carrière verlegde hij zijn aandacht naar glas. Zo ontwierp hij vele parfumflessen in Art Deco stijl, maar ook de beroemde glazen panelen van de Oriënt Express treinwagons. De bewaard gebleven voorbeelden van zijn werk zijn helaas voor gewone stervelingen onbetaalbaar geworden, maar gelukkig kunnen we ze bewonderen in diverse musea, waaronder het Musée des Arts Décoratifs in Parijs, het Museu Calouste Gulbenkian in Lissabon en het Japanse Lalique Museum in Hakone. Bovendien werd in juli 2011 in Wingen-sur-Moder het nieuwe Musée Lalique geopend.
Het gebouw van Lalique's voormalige glasfabriek uit 1919 werd hiertoe verbouwd tot een museum met moderne expositiefaciliteiten, een mooie tuin en een lekker restaurantje. Diverse particuliere verzamelaars, de huidige Lalique fabriek en diverse musea stelden bruiklenen beschikbaar, terwijl dankzij de Vriendenvereniging van het nieuwe museum ook een begin met een vaste collectie gemaakt kon worden. De eerste opstelling toont dan ook een fraaie collectie van ca. 500 sieraden, vazen, parfumflessen, lampen en andere ontwerpen van Lalique. Meer informatie is te vinden in een online brochure (pdf).

2011/07/11

K&WH adopteren boeken



In het kader van de cultuurbezuinigingen ziet
Museum Meermanno zich geconfronteerd met een vreemde maatregel. Terwijl met de vorige Staatssecretaris van Cultuur afspraken waren gemaakt over criteria waaraan in 2012 moest worden voldaan, neemt de nieuwe Staatssecretaris onverwacht een eerder jaar als 'ijkpunt'. Het museum kan daardoor haar overheidssteun en haar publieksfunctie verliezen, tenzij nog dit jaar een groot bedrag aan eigen inkomsten wordt gevonden. Omdat musea hun tentoonstellingen en andere activiteiten maanden of zelfs jaren vooruit moeten plannen, is het voor een museum bijna onmogelijk om bestaande plannen op zo'n korte termijn aan te passen. Maar Museum Meermanno laat het er niet bij zitten en toont zich creatief in het zoeken naar oplossingen.

Onder de titel Boekt zoekt vrouw (man of bedrijf) roept zij boekliefhebbers op om een titel uit de collectie te adopteren voor € 50 of meer. Het bedrag komt ten goede aan de conservering van de collectie. K&WH gaf graag aan de oproep gehoor. We kozen ieder een boek uit de periode rond 1900: Salomé van Oscar Wilde, geillustreerd door Aubrey Beardsley en Psyche van Louis Couperus met een omslag van Jan Toorop. Natuurlijk hopen we dat lezers van deze blog ook een favoriet boek uit de collectie willen steunen!  Volg daarvoor deze link.

2011/07/08

Reistips voor Parijs


Foto: www.museedelamagie.com
K&WH geven de voorkeur aan stedentrips boven strandbakken. Parijs blijft één van onze favoriete bestemmingen, maar deze zomer zit een reisje er helaas niet in. Voor de gelukkigen die wel op het punt staan naar Parijs te vertrekken, hier enkele tips:

- Het gezelligste brunch- en lunchplekje: Le Loir dans la Théière, 3 Rue des Rosiers (Marais). Deze salon de thé zit al eeuwig, lijkt het, op dit plekje. Het interieur is een rommelig, bohemien mengelmoesje dat uitnodigt om lang te blijven hangen. Op de kaart vooral heerlijke tartes salées (hartig) en tartes sucrées (zoet), vers op locatie gebakken en geserveerd in gróte punten. Memorabel zijn de tarte tatin met rozemarijn en de tarte aux citron met een spectaculaire meringue-berg (zie foto's van bezoekers op Flickr). Geen eigen website.
 
- Het leukste, onbekende museum: Le Musée de la Magie. Een bont ingericht museum in keldergewelven over de geschiedenis van goochelen, illusie en trucage. In de expositie zijn automata, parafernalia van spiritisten, affiches, kostuums en rekwisieten opgenomen. Regelmatig worden optredens voor de kleintjes gegeven, zodat de ouders ongestoord rond kunnen dwalen.

Foto: Wikipedia.
- Het fijne delicates-senstraatje: Rue des Martyrs. Op deze steile weg richting Montmartre kun je likkebaardend langs de vele bakkers, slagers en andere culinaire winkels struinen en inkopen doen voor een (luxe) picnic. Niet de mooiste straat om te zien, maar wel een prima aanbod.

2011/06/23

Cultuursector maakt zich strijdbaar

We worden een beetje moedeloos van het doorsturen van de ene na de andere oproep tot het ondertekenen van petities en steunen van acties. Redt het Theater Instituut Nederland, het Nederlands Muziek Instituut, Museum Meermanno, het Grafisch Museum Groningen, Breda's Museum - er dreigen zoveel instellingen om te vallen. Een overzicht van acties is te vinden op de Schadekaart. Vraag is wat met de individuele acties wordt bereikt, want niet alleen wij, maar ook de media en de beslissingnemers zien straks door de bomen het bos niet meer, en bij het publiek treedt snel actiemoeheid op. Met de 'Mars der Beschaving' vraagt de kunst- en cultuursector op 26 en 27 juni dan ook collectief om een meer genuanceerd bezuinigingsbeleid. De actie begint met een rookbom. Verder neemt de Nederlandse Museum Vereniging het initiatief tot het Meldpunt Bezuinigingen, waar nieuws, informatie en advies worden geboden.

2011/05/31

Toekomst TIN

Met verdriet lezen we dat het voortbestaan van het Theater Instituut Nederland wordt bedreigd door stopzetting van subsidie. Mogelijk heeft de directie van het TIN de afgelopen jaren kansen gemist door haar omvangrijke museale collectie onvoldoende in het voetlicht te brengen. Meer aandacht ging uit naar dans- en toneelprojecten, waarmee het bredere publiek zich niet kon identificeren. Men verhuisde (gedwongen door eerdere bezuinigingen) uit de monumentale grachtenpanden, bracht de collectie onder in een buitendepot en bleef maar aan het reorganiseren. Tekenend was dat de conservator hierbij steeds een andere titel kreeg, waardoor de museale functie minder gewicht werd gegeven.

Geen wonder dat de beslissingnemers nu niet beseffen, welke belangrijke erfgoedcollectie het TIN beheert. Decors, ontwerpen, kostuums, prenten, beeldmateriaal, drukwerk en audiovisueel materiaal. Een zeer brede collectie: van zeldzame 18de-eeuwse toneelstukken die de spot drijven met vrijmetselarij, tot decorontwerpen van bekende architecten uit begin 20ste eeuw. K&WH was in voorgaande jaren betrokken bij de collectieregistratie voor Het Geheugen van Nederland en heeft haar kwaliteit van dichtbij mogen zien.

Verdwijnt het TIN, wie neemt de collectie dan over? Er is eenvoudig geen museum in Nederland dat voldoende kennis van theatergeschiedenis in huis heeft om de collectie recht te kunnen doen en wie kan daarin in deze bezuinigingsjaren investeren? Mogelijk moet het beleid en de doelstelling van het TIN worden herzien, maar het maakt deel uit van de toonaangevende erfgoedinstellingen in Nederland en mag als zodanig niet verdwijnen.

Wie zijn steun wil betuigen, kan de online petitie tekenen.
[Foto's: www.tin.nl]

2011/05/16

Terug bij af?



Afgelopen zaterdag werd Museum Mesdag aan de Laan van Meerdervoort na een verbouwing van twee jaar met stille trom heropend. De nieuwe naam (De Mesdag Collectie) en het tentoonstellingsprogramma geven aan dat het museum zich in de toekomst uitsluitend zal richten op de depotcollectie en het verband met Van Gogh. Gaap…

De eerdere renovatie van het museum in de jaren '90, waarbij het 19de-eeuwse interieur zorgvuldig in ere werd hersteld, werd destijds bejubeld. Waar anders in Nederland kon je in zo'n authentieke context - zalen met donker behang en schilderijen in rijen boven elkaar - kunst én kunstnijverheid uit deze periode bekijken? Onder leiding van Maartje de Haan onderscheidde het museum zich als afzonderlijke, actieve instelling in Den Haag. Bezoekers keerden steeds terug, over de drempel gelokt met een afwisselend en inspirerend tentoonstellingsprogramma, waarin naast de collectie ook (Haagse) kunst en cultuur rond 1900 volop aandacht kregen. Openingen waren echt een feestje, net als de high teas in de tuin. Er was een breed aanbod van rondleidingen, lezingen en ontvangsten, en er werden initiatieven als De Indische Zomer ontwikkeld. Dit alles doorbrak het oude imago van een statische collectie, die je alleen op een verplicht schooluitje bezocht.

Opvallend is dat er nu geen afzonderlijke directie meer is. Een conservator van het Van Gogh Museum, de eigenaar van de collectie, heeft de leiding. Zij omschreef de eerder met zoveel zorg reconstrueerde inrichting als een 'ratjetoe'. De zalen zijn daarom heringericht met ‘meer ruimte voor de schilderijen’ en ‘ontdaan van visuele prikkels’. In feite wordt het interieur daarmee deels teruggebracht in de toestand van voor de renovatie in de jaren ‘90. Waarom een succesformule aborteren? Het zou jammer zijn als we straks, net als in het verleden, op een conservatief tentoonstellingsbeleid worden getrakteerd. Lekker kostenbesparend met prenten en tekeningen uit depot en bruiklenen uit Amsterdam? Een dependance in plaats van een zelfstandig museum?
Tekenend is dat Trouw en andere kranten bij het bericht van de heropening een foto van het Panorama Mesdag, enkele straten verder,  afbeeldden. De Haan had die naamsverwarring tussen de twee verschillende musea eindelijk de wereld uit geholpen!

2011/04/01

Sneeuwlandschappen en verdorven moeders

Giovanni Segantini,
Le cattive madri, 1894,
Kunsthistorisches Museum,
Wenen.
Eindelijk weer eens een tentoonstelling over een minder bekende 19de-eeuwer: Giovanni Segantini (1858-1899). In Fondation Beyeler (Bazel) is t/m 25 april een overzicht te zien met schilderijen en tekeningen van deze Italiaanse schilder.
Segantini is vaak vertegenwoordigd in boeken over het Symbolisme, met name met Le cattive madri (The Evil Mothers) en zijn andere schilderijen van 'verdorven vrouwen' die lijken te zweven in een levenloos landschap. Juist die hebben onze voorkeur, maar hij is bij kunstliefhebbers hoofdzakelijk bekend vanwege zijn heldere, sneeuwrijke berglandschappen, en scènes uit het boeren- en herdersleven. Daarnaast heeft hij in de loop van 20 jaar vele zelfportretten gemaakt, die zijn ontwikkeling van blozende jongeman tot vermoeide 40-jarige aan het eind van zijn (te korte) leven tonen. De bijbehorende publicatie verscheen bij Hatje Cantz. Ze is rijk geïllustreerd, maar heeft helaas niet veel tekst. Toch is de inhoud, zoals vrijwel altijd bij Duitse kunstpublicaties, degelijk en informatief.

2011/01/10

Een museum erbij

Voor het geval u het in de feestdrukte heeft gemist: Den Haag heeft er een (muziek)museum bij. Hoe ga je om met bezuinigingen en btw-verhoging? Zie de uiterst creatieve actie van Het Paard van Troje. Als alle poppodia en andere cultuurinstellingen die gekort worden nou dit voorbeeld volgen, heeft de regering wel een klein probleem met haar bezuinigingsbeleid...

2010/08/29

Haagse Museumnacht

U heeft het al gehoord, na het succes in andere steden kent ook Den Haag nu een Museumnacht. Op 4 september 2010 bent u welkom in diverse culturele instellingen, om te kijken, iets geks te proberen of gewoon lekker te borrelen. Een paar punten uit het programma die K&WH wel aanspreken:

- 'De gelukkige prins' van Oscar Wilde in Museum Meermanno, met een open bar in de kelder;
- Maak je eigen affiche en exposeer in de Affichegalerij;
- De nachtelijke kunstmarkt bij Pulchri Studio, muziek, en doorzakken in de Soos;
- Een workshop nachtfotografie of genieten van slow food in het Nutshuis;
- Verhalen vertellen, gamelanmuziek en oosterse hapjes in het Louis Couperusmuseum;
- Varen over de Haagse grachten met een nachtelijke Ooievaart;
- Een nuit masquée in het Paleis op het Lange Voorhout...

Een volledig programma is te vinden op de website van Museumnacht Den Haag.

2010/06/16

Nieuwe directeur Meermanno

Leo Voogt wordt per 1 augustus 2010 opgevolgd als directeur van Museum Meermanno door Maartje de Haan, voorheen conservator van Museum Mesdag. Meermanno, museum van het boek, kende tot nu toe wat behoudend tentoonstellingsbeleid ten aanzien van boekdruk- en bindkunst, grafische vormgeving en papierproductie, dat voornamelijk gericht was op de grote Vriendenkring en het bestaande boekliefhebbende publiek van het museum. Zo werkte K&WH mee aan de tentoonstellingen Gesloten Boeken. De mooiste boekbanden van het Koninklijk Huis en Sierpapier uit de collectie Laurentius, maar werd ons tentoonstellingsvoorstel voor De bibliotheek van Harry Potter. Boeken over magie en geheime kennis van de Middeleeuwen tot heden (© K&WH) helaas afgewezen.
De Haan heeft bij Mesdag een zeer creatief publieksbeleid gevoerd, waarbij ze projecten als 'De Indische Zomer' en (binnenkort) 'Huilen in Den Haag' heeft gelanceerd. Ook organiseerde ze verrassende, tijdelijke tentoonstellingen over een breed scala aan onderwerpen, zodat de Mesdag collectie (waarin voornamelijk werk van de School van Barbizon en de Haagsche School) voor een breed publiek aantrekkelijk werd en de tuin van het museum voor Hagenaars zomers een plek van samenkomst werd. Bovendien gaf ze zowel startende als meer ervaren kunsthistorici een kans om als gastconservator een project te realiseren. Zo verzorgde K&WH in Museum Mesdag in 2007 aan de tentoonstelling over beeldend kunstenaar Henri Verstijnen (zie onderstaand blogbericht). We hopen dan ook, dat De Haan haar originele en inspirerende publieksbeleid bij Meermanno zal voortzetten, zodat een breder en jonger publiek kennis kan maken met de prachtige collectie van dit Haagsche museum.

[Foto's ontleend aan http://www.meermanno.nl/]

2010/05/01

Zeg maar dag met je handje

Het Gemeentemuseum Den Haag heeft na een zorgvuldige selectieprocedure geconstateerd dat ca 70 werken uit de 'stadscollectie' niet van zodanig belang zijn voor de collectie, dat zij daarin een functie - hetzij op het gebied van presentaties, hetzij op het terrein van studie en onderzoek - vervullen. Deze werken zullen worden afgestoten, waarbij eerst wordt gezocht naar een mogelijke bestemming in een ander museum. Op 11 mei organiseert het museum hiervoor een kijkdag voor medewerkers van musea.
Ten aanzien van het afstoten hanteert het Gemeentemuseum, net als de meeste andere musea in Nederland, de richtlijnen voor het afstoten zoals deze zijn opgesteld door het ICN (Frank Bergevoet en Arjen Kok, ‘Leidraad voor het afstoten van museale objecten’, 2002). Zorgvuldig genomen beslissingen door professionals dus. Maar zou het niet aardig zijn om via een publieksonderzoek ook de inwoners van Den Haag eens te vragen, welke werken zij als essentieel voor de museumcollectie beschouwen, en waarom? De uitkomsten zouden tegen die van de richtlijn kunnen worden afgewogen. Misschien preferen Hagenaars een werkje van een minder bekende stadsgenoot wel boven een van de Mondriaans...

2009/11/03

The Tate Movie Project

In oktober kondigde de Tate Gallery aan met steun van Legacy Trust UK (de organisatie die het cultuurprogramma bij de Olympische Spelen in Londen verzorgt) een opdracht te hebben gegeven aan het bekende bedrijf Aardman Animations, de bedenkers van onder meer Wallace & Gromit. Deze samenwerking zal resulteren in een animatiefilm voor en door kinderen in de leeftijd van 5 tot 11 jaar. Schoolkinderen zullen via workshops en een website zelf karakters en verhaallijnen uitwerken, die door Aardman met gebruik van de nieuwste technieken zal worden omgezet in een animatiefilm. De film zal dan bij de Spelen in 2012 worden gepresenteerd om te laten zien wat de creatieve kracht van Britse kinderen is.

2009/02/09

Verschuivingen in het museale veld

De afgelopen periode heeft een ware stoeltjesdans in Museumland plaatsgevonden, die ook in 2009 nog vrolijk doorgaat. De Nederlandse Museum Vereniging meldde hierover in de laatste editie van Museumberichten enkele interessante statistieken:

'Alleen al in december [2008] werden meer dan tien directeuren met alle lof uitgezwaaid. (...) Een kwart ging met pensioen, al dan niet onder protest. De anderen zijn toe aan een nieuwe uitdaging in het werk, en niet noodzakelijk in een ander museum. Men kiest even vaak voor het bestaan van freelance adviseur. De nalatenschap bestaat in de helft van de gevallen uit een nieuw of vernieuwd museumgebouw of plannen daartoe. Opvolgers zijn veertigers, enkele uitzonderingen daargelaten, en zij komen voor de helft van buiten het museumvak. Per saldo vertrekken meer vrouwen dan er zijn gekomen.'

2008/11/01

Rijksmuseum voor Volkenkunde

Als we dan toch bezig zijn met herinneringen ophalen (zie 'Haagsche scholen' hieronder): tijdens onze studie kunstgeschiedenis in Leiden liepen de dames K&WH een jaar stage bij het Rijksmuseum voor Volkenkunde. Op dat moment werd in het kader van het Deltaplan voor Cultuurbehoud de Japan-collectie in een nieuw depot ondergebracht, wat vermoedelijk heeft bijgedragen aan de liefde voor Japans lakwerk en porselein. Daarnaast werd de dependance in Breda opgedoekt, zodat we ook die collectie van dichtbij konden bekijken. Vanuit die eerste kennismaking met collectiebeheer is de betrokkenheid bij textielrestuaratie en cultuurbehoud gegroeid. Een leuke tijd.
Het museum kent een rijke geschiedenis, welke door cultureel antropoloog Rudolf Effert in beeld is gebracht. Tot de stichting van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag in 1816, bevonden etnografische verzamelingen in Nederland zich voornamelijk in privécollecties. De collectie bestond uit een legaat van Chinese objecten, als ook voorwerpen van het koninklijk huis en stukken met betrekking tot de vaderlandse geschiedenis. De eerste directeur, R.P. van de Kasteele, stimuleerde rijksambtenaren en reizigers naar de Oost om ten behoeve van het kabinet te verzamelen. Door verblijf in de handelspost te Deshima hadden dienaren van de V.O.C. toegang tot Japanse objecten. In de eerste helft van de 19de eeuw waren de belangrijkste verzamelaars van 'Japonica': Jan Cock Blomhoff, Johannes van Overmeer Fisscher en Philip Franz Von Siebold. Effert bestudeerde de motieven van de privéverzamelaars, de opkomst van rariteitenkabinetten, de samenstelling van de volkenkundige collecties en de stappen die gezet werden om tot het latere Rijksmuseum te komen. Hij pleit voor een nieuwe visie op de relatie tussen de verzamelaars van etnografisch materiaal in Japan in de eerste helft van de 19de eeuw, en stelt dat de wetenschappelijke bijdragen van Cock Blomhoff en Overmeer Fisscher tot nu toe zeer zijn onderschat.

Publicatiegegevens: Rudolf Effert, Royal Cabinets and Auxiliary Branches. Origins of the National Museum of Ethnology 1816-1883, (Mededelingen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde 37), CNWS Publications, Leiden 2008, ISBN 978-90-5789-159-5, 340 pp., € 45,-.

2008/09/25

Tempel naar Gemeentemuseum

Veel studenten en pas afgestudeerde kunsthistorici maken een voorzichtig begin met hun carrière als rondleider in musea voor ARTTRA, daarop zijn wij geen uitzondering. Onder de freelancende collega's troffen wij daar ooit Benno Tempel. Hij begon kort daarna zijn loopbaan als gastconservator in het Dordrechts Museum, waar hij de tentoonstelling Paul Gabriël. Colorist van de Haagse School verzorgde. Vervolgens werd hij als assistent-conservator bij het Van Gogh Museum aangesteld en was hij tevens verantwoordelijk voor Museum Mesdag. Daarna maakte hij als conservator tentoonstellingen een rondje langs de Kunsthal, om weer bij het Van Gogh Museum terug te keren. Inmiddels is zijn benoeming als opvolger van Wim van Krimpen bij het Haags Gemeentemuseum per 1 januari 2009 aangekondigd. 'Wat, men koos voor een vakinhoudelijk deskundige, geen managerstype uit het bedrijfsleven?', horen wij u in koor roepen. Ja, de benoeming van zo'n 'jonge hond' op deze gevestigde plek zal vast de veren van de Haagse kunstwereld wat opschudden. Betekent het wellicht dat de nadruk in het tentoonstellingsbeleid weer wat meer op de 19de eeuw komt te liggen? We zijn benieuwd hoe het museum zal varen onder deze nieuwe directeur.