Posts tonen met het label cursus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label cursus. Alle posts tonen

2016/05/10

Vrijmetselaarstempels: een onderbelichte categorie cultureel erfgoed

Open Monumentendag 2016 zal in het teken van ‘symbolen en iconen’ staan. Daarom kreeg K&WH van de afdeling Monumentenzorg/Gemeente Den Haag de mooie opdracht om een tentoonstelling te maken over Symbolen in architectuur. De expositie belicht een vrijwel onbekende categorie architectuur: de gebouwen van vrijmetselaars.

Inwijding van een vrijmetselaar, gravure, 1745.
Foto: CMC Prins Frederik, Den Haag.
Het eerste deel van de expositie, Symbolen in architectuur (I): vrijmetselarij van Den Haag tot Java, zal vanaf 28 mei te zien zijn op de Tong Tong Fair, het jaarlijkse Aziatische festival op het Malieveld in Den Haag. Vrijmetselarij is een inwijdingsgenootschap, dat veel van haar symboliek ontleent aan het bouwambacht en bijbelse bouwverhalen als dat van de Tempel van Salomo. In de tentoonstelling wordt het ontstaan van de vrijmetselarij in Nederland in 1734 en de rol van loges in de handelscontacten met Azië belicht, als ook de zogeheten logegebouwen die in Den Haag en op Java uit deze activiteiten zijn voortgekomen.
Deze gebouwen worden gekenmerkt door de aanwezigheid van rituele ruimtes, gebruikt voor de inwijdingen. Symbolen spelen een belangrijke rol in dit type gebouwen, zowel in de vorm van decoraties, als in de vorm van 'verborgen' patronen in ontwerpen en plattegronden. Vaak werden ze gebouwd en ingericht door (bekende) architecten en kunstenaars onder de leden van het genootschap, wat ze ook vanuit kunsthistorisch oogpunt van belang maakt.
In Nederland zijn veel logegebouwen gesneuveld in de oorlogsperiode of als gevolg van stadsvernieuwing aan het einde van de 20ste eeuw. Vooral de tempelruimtes moesten het ontgelden. Zo ging eind jaren 90 het meest representatieve voorbeeld op de Fluwelen Burgwal 22 verloren; alleen de gevel staat er nog. Maar Den Haag kan trots zijn op het tempelcomplex in De Ruijterstraat 67-67a, gebouwd in 1913-1916 door architect K.P.C. de Bazel, en nu onderdeel van het Museum voor Communicatie. Dit is een uniek voorbeeld van 'westers esoterische' architectuur. 
De bewaard gebleven logegebouwen op Java zijn eveneens van belang, niet alleen als voorbeeld van dit type rituele architectuur, maar ook als onderdeel van het gedeelde erfgoed (shared heritage) tussen Nederland en Indonesië. De ontwikkeling van de loges en hun ledenbestand, waarin eerst Euraziaten en later ook Aziaten werden opgenomen, weerspiegelde de verschuivingen in koloniale politiek.

Loge De Vriendschap, Soerabaja, opgericht 1809.
Foto: CMC Prins Frederik, Den Haag.
In de tentoonstelling, vormgegeven door Meta Menkveld, kunnen bezoekers zelf de de ‘geheime’ symboliek en rituele functie ontdekken, die de gebouwen van vrijmetselaars zo bijzonder maakt. In september zal het tweede deel van de tentoonstelling, in het kader van Open Monumentendag 2016, te zien zijn in het Atrium van het Stadhuis: Symboliek in architectuur (II): de ‘tempel’ van De Bazel. De aandacht verschuift dan naar het bijzondere, monumentale tempelcomplex van De Bazel uit 1916. Rondom de tentoonstelling wordt een uitgebreid activiteitenprogramma van lezingen, cursussen en rondleidingen door vrijmetselaarstempels aangeboden. Meer informatie is te vinden op tongtongfair.nl/programma en tongtongfair.nl/vrijmetselarij.


2010/09/29

Horrix en Mutters [update 29/09/10]

Rond 1900 was Den Haag een prima voedingsbodem voor de meubel- en kunstnijverheidindustrie. Allerlei lokale fabriekjes schoten als paddestoelen uit de grond. Voorbeelden zijn de firma's Horrix en Mutters. Hun hoogwaardige producten spraken een welvarende clientèle aan, waaronder de 'Haagse chique' en het Koninklijk Huis. Zo groeiden ze uit tot de meest belangrijke meubelproducenten in Nederland van hun tijd.
Horrix was onder meer verantwoordelijk voor de inrichting van de bel-etage van Sociëteit De Witte, en Mutters kreeg de opdracht de wieg voor prinses Juliana te ontwerpen. Veel prestigieuzer kon het niet. Mutters breidde de productie steeds verder uit, van inrichtingen voor woonhuizen, naar scheepsinterieurs en later zelfs vliegtuiginrichtingen voor Fokker. Onderzoek naar de interieurs van het echtpaar Kröller-Müller, dat ook bij Mutters kocht, bracht K&WH in 2002 naar het bedrijfsarchief, waarin onder meer de luxe interieurs van de Titanic werden aangetroffen, die eveneens door Mutters werden geleverd. Meer recentelijk werd dit archief overgedragen aan het Haags Gemeentearchief en 'herontdekt'.

Het Gemeentemuseum Den Haag organiseert vanaf 18 september 2010 een prachtige tentoonstelling over het werk van de beide fabrikanten, die gelijktijdig een overzicht van de ontwikkeling van de Nederlandse wooncultuur is. Daarbij biedt het museum ook een cursus aan, bestaande uit drie middaglezingen op 21 oktober, 4 en 25 november. Docenten zijn prof. dr. Titus M. Eliëns en Joshua van Scherpenzeel MA. Kosten: € 85,- pp., incl. museumentrée. Aanmelden voor 7 oktober via: educatie@gemeentemuseum.nl.
Voor de echte liefhebbers van Nederlandse vormgeving is er ook een meer blijvend aandenken: de tentoonstellingscatalogus Koninklijk goedgekeurd. Horrix en Mutters, twee Haagse meubelfabrikanten, verschenen bij uitgeverij Waanders. Hierin wordt de neerslag van het grondige vooronderzoek voor de tentoonstelling gegeven. Het eerste deel van het boek behandelt Horrix, het tweede deel Mutters. Geïllustreerd met foto's, ontwerptekeningen, archiefstukken en natuurlijk diverse objecten, wordt een beeld geschetst van de opgang, bloei en ondergang van deze twee typisch Haagse bedrijven. Dit laat goed de ontwikkeling van Nederlandse vormgeving in de loop van de 19de naar de 20ste eeuw zien. Zo waren de vroege, historiserende ontwerpen van Horrix exemplarisch voor modes aan het einde van de 19de eeuw, en de latere, strakke ontwerpen van Mutters exemplarisch voor de invloed van internationale stijlen na 1900 op de Nederlandse vormgeving. Vier generaties Horrix en vijf generaties Mutters bouwden de fabrieken op, met groot succes. Het mocht echter niet voortduren en in 1890 sloot Horrix zijn deuren, in 1974 gevolgd door Mutters.

2010/09/04

Masterclass: thee

K&WH is op één punt een beetje verwend: thee. Het begon op de middelbare school, toen menige spijbeldag niet als rokende hangjongere werd doorgebracht, maar aan de high tea bij Plasman. Sandwiches, een punt champagne-bosbessentaart (die tot ons verdriet al jaren niet meer in het assortiment is opgenomen) en een grote pot thee met een klein kannetje rum...
Later werd in Londen bij Fortnum en Mason voor het eerst de Rose Pouchong gesmaakt, en sinds dat moment zijn we eerlijk gezegd thee-snobs. Een of twee potten gaan er op een dag wel doorheen. Een bron van ergernis zijn dan ook de vele horeca-gelegenheden die een mooie culinaire ervaring bieden, evenals een geweldige espresso, maar de theeliefhebber afschepen met een halflauw kopje water en een standaardtheezakje - en dan ook nog in een lelijk, door de vaatwasser matgekrast glas.
Gelukkig zit je als theeverslaafde goed in Den Haag, want Betjeman & Barton levert de beste Earl Grey en Pouchkine, evenals spannende seizoensmengsels als Journée à la Campagne en C'est une Belle Histoire. Deze herfst wordt voor het eerst ook een Masterclass over thee aangeboden. De geschiedenis van het theedrinken komt aan bod, gevolgd door een proeverij van vijf zeer bijzondere theesoorten, van wit naar zwart. De middag wordt afgesloten met kleine zoete en hartige hapjes in combinatie met een passende thee, en een leuke attentie. Bovendien krijgen deelnemers 10% korting op aankopen in de winkel. Kosten € 22,50 p.p. Meer informatie en aanmelden: thee@betjemanandbarton.nl.

2010/06/20

Nieuws van SHIE

Er zijn al veel geweldige initiatieven uit de koker van de Stichting Haags Industrieel Erfgoed gekomen. Nu gaat de SHIE zich richten op een van de meest 'vergeten' en tegelijkertijd meest informatieve bronnen over het bedrijfsleven in Den Haag: het bedrijfsblad. Veel Haagse bedrijven hadden in de 19de en 20ste eeuw een eigen blad voor het personeel, dat huidige onderzoekers veel kan leren over de bedrijvigheid van Den Haag, de relatie tussen werknemer en werkgever, en het sociale aspect van het bedrijfsleven. Helaas zijn in het Gemeentearchief maar weinig bedrijfsbladen bewaard gebleven. De SHIE roept Hagenaars op om contact te zoeken, als zij nog beschikken over informatie over oude bedrijfsbladen of er nog een stapel van op zolder hebben liggen. Meer informatie is hier te vinden.
Ander nieuws: de Haage Hogeschool, HOVO en SHIE organiseren in het najaar van 2010 de cursus 'De economische geschiedenis van Den Haag, erfgoed en stedelijke politiek'. Meer informatie is te vinden op de website van de HOVO.