De studietijd van de dames K&WH in Leiden was geen onverdeeld genoegen. Met name de bureaucratische kant van de universiteit viel soms tegen. Een van ons begon in september 2002 blij aan een zelfstandig promotieonderzoek. Als zogeheten 'buiten-promovendus' investeer je zelfstandig in het onderzoek voor je proefschrift, in tegenstelling tot een 'gewone' promovendus, die in loondienst is bij de universiteit. Als buitenpromovendus doe je er gewoonlijk ook veel langer over, vooral als je het onderzoek combineert met ondernemerschap.
Ook een buitenpromovendus draait mee in de administratie: je promotor meldt je formeel aan bij de Faculteit, de Onderzoeksschool Kunstgeschiedenis en Pallas, je krijgt een universitair e-mailadres en jaarlijks een nieuwe studentenkaart (die overigens heel handig is om in het buitenland kosteloos musea te bezoeken). Geen vuiltje aan de lucht, totdat na een kleine 8 jaar voortploeterend onderzoek een mailtje van de universiteit arriveert, waarin men meldt dat je registratie als promovendus niet in het systeem staat. Of je nogmaals de hele papierwinkel in wil leveren, inclusief een 'gewaarmerkte' kopie van je diploma en een bereidheidsverklaring van je promotor. Terwijl het feit dat men je die vraag stelt, via het juiste e-mailadres nog wel, impliceert dat je wel degelijk 'in het systeem zit'...
Wat zegt het over de Universiteit Leiden, dat men tevens aangeeft dat dit bureaucratisch 'niet-bestaan' nog 60 andere buitenpromovendi treft, men bij voorbaat erkent dat er sprake van een foutje aan eigen zijde 'zou kunnen zijn', maar toch weer verwacht dat die 60 promovendi zich vervolgens inspannen om het probleem op te lossen...? Ja, dat doet ons echt denken aan vroeger.
2010/03/03
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten